is de hoofdplaats van het district Saramacca in Suriname.
De plaats ligt op een schelpenrits aan de linkeroever van de Saramaccarivier en heeft 2327 inwoners (1996).
Groningen is pas na 1960 tot ontwikkeling gekomen. Rond dat jaar werd de Oost-Westverbinding aangelegd, en werd Groningen vanuit Paramaribo over de weg bereikbaar. Groningen telt een kantoor van de districtscommissaris;
een postkantoor; een kantoor voor de politiecommandant, een kantoor van het Staats Zieken Fonds (SZF); het zwembad De Pirengs; en voetbalstadion Jaques Eliazer, genoemd naar de oprichter en voorzitter van de voetbalbond van Saramacca. Ook is er een kerk van de Evangelische Broedergemeente (EBG) en een rooms-katholieke kerk.
Tot in 1910 was te Groningen een verpleeghuis voor lijders aan framboesia tropica gevestigd. In dat jaar werd het gesloten, nadat was ontdekt dat de ziekte binnen enkele dagen kon worden genezen door toepassing van salvarsan.
Geschiedenis:
In 1790 werd op deze plaats een vijfhoekig fort gebouwd, dat door gouverneur Jan Gerhard Wichers Groningen werd genoemd, naar zijn geboorteplaats. Aan de overkant van de rivier werd een leprakolonie aangelegd, Voorzorg genoemd. Fort Groningen maakte deel uit van een cordon van forten. Ter plaatse bevonden zich weinig plantages, en Groningen kwam daardoor niet erg tot ontwikkeling. Er waren plannen voor de bouw van een stadje, dat Columbia zou heten, maar uit veel meer dan het fort, een paar straten, een kerkhofje en een kerk uit 1830 van de Evangelische Broedergemeente bestond Groningen niet. August Kappler beschreef het gebied in zijn periode als militair in Suriname (1836–1842), en merkt over Groningen op: "naar de hoofdzaak, te weten, huizen, zoekt men tevergeefs".
Boeroes:
Eind 1845 arriveerden in Groningen de overlevenden van een groep Nederlandse boeren onder leiding van dominee A. van de Brandhof. Ze waren vanuit de Nederlandse provincie Groningen naar Suriname geƫmigreerd om op Voorzorg en Mijn Vermaak aan de overkant van de Saramacca een nieuw bestaan op te bouwen. Binnen zes maanden stierven bijna 200 personen van de groep aan tyfus, waarna de rest zich vestigde in Groningen. Ook daar overleden nog talloze kolonisten. Vanaf 1849 verhuisden de overblijvenden in kleine groepjes naar Kwatta en Uitvlugt, in de omgeving van Paramaribo.In 1853, toen er nog 43 mensen woonden, werd de kolonisatie in Groningen definitief als mislukt beschouwd, en in 1854 vertrok Van de Brandhof weer naar Nederland. Zijn vrouw Anna Pannekoek was op 10 november 1845 overleden. Ze ligt begraven op het kerkhof van Groningen. Naar haar is in Groningen de Pannekoekstraat genoemd. Toen in 1863 de districten werden ingesteld, werd Groningen de hoofdplaats van district Saramacca. De woning van Van den Brandhof werd de woning van de districtscommissaris.
In 1945 werd een monument gebouwd ter herdenking van de aanwezigheid van de Boeroes in Groningen. Het werd op 20 juni van dat jaar onthuld. Bij de 150-jarige herdenking in 1995 schonken afstammelingen van de Boeroes een medisch laboratorium aan Groningen.
Bron: http://nl.wikipedia.org
In Groningen zijn diverse Monumenten te vinden:
Saramacca Rivier:
Divers:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten